Kernbegrippen: Kratie, lokale markt, geïmproviseerd ziekenhuisje, apotheker, minibus, agrarische samenleving, grote bussen, reistips, toerist, referentiekader
Kratie bij ochtendgloren
Het is 6u15 s'ochtends wanneer mijn alarm afgaat. Hoewel ik al een tijdje wakker ben, voel ik me niet goed uitgeslapen. Maar veel tijd is er niet. Gehaast trek ik mijn kleren aan. Ik prop mijn laatste spullen in mijn rugzak en breng nog een kort bezoek aan de badkamer. Niettegenstaande ik een muskietennet heb, sta ik vol met muggenbulten. Wanneer ik boven op het dakterras kom, waar we hadden afgesproken om 6u30, staat de uitbater van de guesthouse me al op te wachten. Hij groet me en zegt dat hij me net wilde komen wekken.
Aangezien het stiptheidsprincipe in Cambodja niet zo hoog aangeschreven staat, haal ik nog snel een ijskoffie op de hoek van de straat. Nog een beetje slaapdronken staar ik om me heen. Niets wijst erop dat het nog zo vroeg in de ochtend is. Het is reeds volkomen licht en beklemmend warm, het verkeer is al aardig op gang gekomen en iedereen is druk in de weer. De vroege ochtenduren zijn de actiefste en meest productieve uren voor de meeste Cambodjanen. Ik bedenk dat het ideale uren zouden zijn om de misgelopen slaap van de voorbije dagen in te halen, maar daar blijkt het Cambodjaanse waak- en slaapritme niet op afgestemd. Op straat zijn honderden scooters en enkele auto's actief. Een beetje verderop ligt de markt. Net zoals in vele andere steden en dorpjes in Cambodja bevindt het grootste deel van de markt zich in een grauw en donker gebouw, onderverdeeld in tientallen hokjes. Een aanzienlijk deel van deze hokjes zijn ateliers van zilver- en goudsmids, gespecialiseerd in het vervaardigen van juwelen en andere sier- en kunstvoorwerpen. In vele marktgebouwen zijn deze kraampjes gegroepeerd in het midden van het gebouw samen met enkele eetkraampjes. Hier in Kratie is de groepering van de verschillende soorten kraampjes minder consequent. De juwelenmakers en de textielverkopers schijnen elk hun zones te hebben, maar verder vindt je allerlei winkeltjes ertussen. Standjes waar ze allerlei keukengerei aanbieden, tabak in bulk, hokjes volgepropt met gedroogde vis, koeken, nootjes en andere voedingswaren en hier en daar een hokje met antieke meubels, gsm's of andere elektronische apparaten. De straten rondom het marktgebouw zijn eveneens bezaaid met marktkraampjes. Hier wordt vooral fruit, groenten, vlees en vis aangeboden die in potten, schalen of op houten planken uitgestald zijn. Tussen de vis- en vleeskraampjes rijden er mobiele eetstandjes met noedels, rijst, broodjes en gefrituurde dingen in de aanbieding.
Kenmerkend voor de markt van Kratie zijn de parasols met regenboogpatroon, die de straat bijna helemaal overdekken en er een kleurrijk geheel van maken. Terwijl een enkeling hier en daar nog bezig is aan de opbouw van zijn of haar kraampje, zijn de meeste al druk in de weer met het verkopen en herschikken van hun producten. De meerderheid van de markthandelaars zijn vrouwen. Hier en daar zitten een paar Cambodjanen noedels of rijst naar binnen te schrokken op een plastieken krukje of op hun hurken. Bij een van de vleeskraampjes zit een oude gezette vrouw op de tafel apathisch met een stok heen en weer te zwaaien om de vliegen weg te houden van het vlees. Het is een hopeloos gevecht, maar het schijnt de koopmannen noch de marktbezoekers te storen dat er constant vliegen op het vlees zitten. Ook s'ochtends vroeg eten Cambodjanen rijst, noedels en soep. Overal slingert afval rond. Wanneer het regent verandert de ondergrond in een modderpoel. En wanneer het droog blijft wordt al die modder stof. Maar geen stortbui of stofwolk verstoord het Cambodjaanse ritme. Hun eeuwige ongehaastheid en neiging tot weinig bewegen geeft een indruk van een soort berusting en gelatenheid. Niemand rent, niemand roept of schreeuwt, niemand is boos of euforisch. De bevolking hier lijkt meer ingetogen en niet altijd even vriendelijk.
Ik wandel terug richting guesthouse en slurp een laatste keer van mijn ijskoffie. Wat er overblijft van de ijskoffie is voornamelijk gesmolten ijs met een overdreven zoete smaak, doordat het meeste van de gecondenseerde melk onderaan het glas is gebleven. Aan de overkant van de guesthouse is er een donker schuurtje zonder deuren, dat moet doorgaan voor een geïmproviseerd (kinder-)ziekenhuisje. In Kratie ligt het kindersterftecijfer hoger dan gemiddeld in Cambodja. Wanneer de oogst mislukt, en dat is vaak het gevolg van het onvoorspelbaar karakter van de mekong rivier, wordt dit verder in de hand gewerkt door ondervoeding en een eentonig voedingspatroon. De schuur staat vol met bedden en kent verder weinig voorzieningen. Aan de ingang staat een klein meisje met een bamboo-stok in haar rechter hand. Bovenaan de stok hangt een baxter en in haar arm steekt een infuus. Naast haar zit een man zonder benen met een sigaret in z'n mond. Overal lopen katten en honden. Je hoeft hier geen inspectie door te voeren om te concluderen dat de hygiëne niet optimaal is.
Twee dagen eerder had ik medicijnen gekocht in een apotheker. De inhoud van de capsules was gesmolten en een soort grijze pap was wat ervan overbleef. Een bijsluiter was er niet en als ik niet was blijven aandringen in 'handen-en-voeten-taal', had ik geen enkele instructie meegekregen. Apothekers in Kratie en op vele andere plaatsen in Cambodja zijn niet veel meer dan vier muren en enkele overvolle stoffige oude kasten met doosjes en zakjes medicijnen. Misschien is er orde in wat voor mij chaos leek, maar ik vermoed dat er voornamelijk willekeur heerst. Op de verpakking van de medicijnen die ik kocht, staat nadrukkelijk vermeld dat het bij temperaturen onder de 20° bewaard dient te worden, maar gezien er geen airconditioning is, wordt dat voorschrift niet gerespecteerd. Bovendien zijn de medicijnen behoorlijk duur en bestaat er geen enkele vorm van terugbetaling. Geen plaats waar je ernstig ziek wil worden, denk ik terwijl ik mijn blik van het meisje met de bamboo-baxter afwend. Met de doorgedreven corruptie van de heersende politieke partij is er niet direct verbetering in zicht wat dit en vele andere zaken betreft. Het overgrote deel van het geld komt gewoon niet terecht waar het het meest nodig is: bij de bevolking of ondersteunende instanties.
Bussen in Cambodja
De minibus ervaring
Toen we in de minibus stapten waren we slechts nummer zes en zeven. Achter de chauffeur hing een televisiescherm waarop een film afgespeeld werd. We kregen 2 zitjes achterin. We waren goed op tijd en even was ik zo goedgelovig om te denken, dat we met een half-volle bus zouden vertrekken richting Ban-Lung.
De motor start, ons voertuig trilt en komt in beweging. Maar na enkele ogenblikken wordt het duidelijk dat we in de verkeerde richting rijden. De chauffeur rijdt en manoevreert langs kleine aardewegjes, de grootste putten en plassen ontwijkend. Het ziet er niet naar uit dat we al op weg zijn naar Ban Lung. Uiteindelijk stoppen we aan een houten hutje op palen. In de deuropening zit een oude man in bloot bovenlijf, bijtend op een sigarettenpeuk. Een vrouw en enkele kinderen komen naar buiten om te kijken wat er gebeurt. Al snel hebben ze door dat er twee blanken in de minibus zitten en dat lijken ze behoorlijk interessant te vinden. Enkele onder hen wuiven en lachen naar ons. Enkele momenten later komt een meisje van rond de vijftien naar buiten. Ze is opvallend netjes gekleed en heeft een zak met spullen bij zich. Van een afscheidsritueel is geen sprake en met een trotse blik betreedt ze de bus. Nadat ze plaats heeft genomen voor ons, draait ze zich ostentatief om en groet ons in haar beste Engels. Toen zijn we met acht in de bus.
Op onze terugweg naar het centrum van Kratie herhaalt dit ritueel zich nog enkele malen. Soms staan de mensen klaar, soms moeten we wachten aan een huis en soms lijkt het alsof we stoppen voor een willekeurig persoon, die op het moment dat de minibus passeert beslist mee te rijden naar Ban Lung. Allen betalen ze de helft van wat wij betaalden of minder. Daar valt niet over te onderhandelen. Tegen de tijd dat we terug in Kratie aankomen, zit de bus stampvol naar westerse maatstaven. De chauffeur parkeert zich naast de markt op een parking. Hier zitten we dan, bijna een uur onderweg en slechts 50 meter verwijdert van onze guesthouse! De meeste passagiers stappen uit en gaan iets halen om te eten. Er worden nog wat zitjes opengeklapt en onze backpacks samen met andere mensen hun bagage worden verschoven en samengeperst. Het is alvast geen goed idee om voeding of breekbare dingen in je backpack te laten steken. Even later gebaart een man naar me, dat ik m'n voeten omhoog moet houden. Drie grote witte zakken rijst, net op de markt gekocht, worden onder onze voeten geschoven. We moeten nog even
wachten op enkele passagiers die hun inkopen voor de komende
dagen aan het doen zijn (daar lijkt het toch op). En dan vertrekken we weer. Ditmaal in de juiste richting.
Helaas duurt het niet lang vooraleer we een zoveelste stop maken. Ik was toen al de tel kwijt van het aantal stops. De chauffeur wil een sigaret smoren en een oude vrouw maakt van de gelegenheid gebruik om een kolf maïs te halen een tiental meter verderop. Het heeft geen zin om je te ergeren aan de Cambodjaanse sloomheid, besef ik terwijl ik me uit de minibus beweeg om een flesje water te kopen en zelf ook een sigaret te roken. Wanneer ik me naar de achterkant van het voertuig beweeg, zie ik drie motorfietsen hangen aan de achterbak, die niet meer helemaal sluit en door middel van touwen op z'n plaats gehouden wordt. Dat hebben ze knap en snel gemonteerd. Heel de tijd zat ik in het voertuig en ik heb er niet eens iets van gemerkt. Ik moet spontaan glimlachen en betrap mezelf erop dat ik ondanks het discomfort en het feit dat het nog een lange reis is met volle teugen aan het genieten ben van deze Cambodjaanse ervaring.
Een eindje verderop stoppen we opnieuw voor een jongetje, een meisje en een oude kale vrouw, uitgemergeld en gewikkeld in
een gescheurd gewaad, dat ooit wit moet geweest zijn. De jonge man die naast mij zat, wordt opgedragen om een rij naar achter te schuiven en daar een zitje te delen met een andere jonge man. Zwijgend ondergaan de twee jonge heren hun oncomfortabele lot schouder aan schouder achteraan in de warme bus. De vrouw en de twee kinderen nemen vervolgens plaats op het zitje naast mij. Een
van de kindjes zit haast op m'n schoot. Ze hebben één zitje voor drie of beter gezegd: we hebben 2 zitjes voor vier.
Uiteindelijk zitten we met 17 mensen in de minibus. Het hoogte punt was bereikt. Gezelliger zou het niet meer worden.
Het jongetje staart me haast onafgebroken aan alsof hij naast een wereldwonder zit, een god of juist de duivel. Hoewel ik naar het jongetje lach en hem op zijn gemak probeer te stellen, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat zijn blik armoede, onwetendheid en simpliciteit weerspiegelt. Uitgemergeld en uitgeput zien ze eruit. Me ervan bewust zijnde dat dit slechts een momentopname in een specifiek context is, vraag ik me af of een gevoel van medelijden aan de orde is. Niet zelden maken we personen of omstandigheden bedroevend en meelijwekkend louter door het perspectief van waaruit we bepaalde afwegingen maken, dingen vergelijken en ze interpreteren en vertalen in onze eigen cultuur en socio-economische realiteit.
Wanneer we een uur later onze eerste officiële stop aan een Cambodjaanse wegrestaurant maken, zie ik tot mijn geruststelling dat de grootmoeder van het meisje en het jongetje eten voor hen heeft besteld in het restaurantje. Er is veel armoede, maar uithongering is de laatste jaren iets minder pertinent aanwezig in dit land. Na ongeveer dertig jaar van politieke instabiliteit lijkt het stilaan de goede kant op te gaan met Cambodja. Al is er nog lang geen sprake van echte stabiliteit en harmonie ten gevolge van diverse nationale problemen en wijdverspreide corruptie waarmee het land te kampen heeft. Doordat het een overwegend agrarische samenleving is, ligt het lot van de bevolking grotendeels in de handen van de natuur: de zee, de mekong rivier, het tonle sap meer en het regenseizoen. Naast rijst worden maïs, bonen, maniok, bananen en tabak verbouwd. De belangrijkste landbouwstreken liggen aan de mekong en aan de tonle sap. De landbouw is volkomen geprivatiseerd en door concessies en corruptie worden een groot deel van de opbrengsten geëxporteerd naar Vietnam, China, Maleisië en Indonesië. Enerzijds is Cambodja gezegend met heilig water, vruchtbare grond en een tropisch moesson klimaat, anderzijds wordt het land geteisterd door overstromingen en droogtes en de hiermee gepaard gaande desastreuze gevolgen. Daarenboven maken vele klimatologen zich zorgen over de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor Cambodja.
Het jongetje staart me haast onafgebroken aan alsof hij naast een wereldwonder zit, een god of juist de duivel. Hoewel ik naar het jongetje lach en hem op zijn gemak probeer te stellen, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat zijn blik armoede, onwetendheid en simpliciteit weerspiegelt. Uitgemergeld en uitgeput zien ze eruit. Me ervan bewust zijnde dat dit slechts een momentopname in een specifiek context is, vraag ik me af of een gevoel van medelijden aan de orde is. Niet zelden maken we personen of omstandigheden bedroevend en meelijwekkend louter door het perspectief van waaruit we bepaalde afwegingen maken, dingen vergelijken en ze interpreteren en vertalen in onze eigen cultuur en socio-economische realiteit.
Wanneer we een uur later onze eerste officiële stop aan een Cambodjaanse wegrestaurant maken, zie ik tot mijn geruststelling dat de grootmoeder van het meisje en het jongetje eten voor hen heeft besteld in het restaurantje. Er is veel armoede, maar uithongering is de laatste jaren iets minder pertinent aanwezig in dit land. Na ongeveer dertig jaar van politieke instabiliteit lijkt het stilaan de goede kant op te gaan met Cambodja. Al is er nog lang geen sprake van echte stabiliteit en harmonie ten gevolge van diverse nationale problemen en wijdverspreide corruptie waarmee het land te kampen heeft. Doordat het een overwegend agrarische samenleving is, ligt het lot van de bevolking grotendeels in de handen van de natuur: de zee, de mekong rivier, het tonle sap meer en het regenseizoen. Naast rijst worden maïs, bonen, maniok, bananen en tabak verbouwd. De belangrijkste landbouwstreken liggen aan de mekong en aan de tonle sap. De landbouw is volkomen geprivatiseerd en door concessies en corruptie worden een groot deel van de opbrengsten geëxporteerd naar Vietnam, China, Maleisië en Indonesië. Enerzijds is Cambodja gezegend met heilig water, vruchtbare grond en een tropisch moesson klimaat, anderzijds wordt het land geteisterd door overstromingen en droogtes en de hiermee gepaard gaande desastreuze gevolgen. Daarenboven maken vele klimatologen zich zorgen over de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor Cambodja.
Uiteindelijk zitten we dus met 17 man in de minibus. Het is een lange rit, maar wie van Chinese films en/of Cambodjaanse karaoke houdt, hoeft zich niet te vervelen. Eerst werden we getrakteerd op een Chinese Cambodjaans gedubde film
die ze drie maal achtereenvolgens lieten afspelen. Als het daarbij was
gebleven, zouden we er goed vanaf gekomen zijn. Maar aaneensluitend volgde echter
typische melige kitscherige Khmer karaoke. Af en toe blijft het beeld en
het geluid hangen wanneer we over bulten rijden. Meermaals wenste ik dat de geluidsinstallatie het zou begeven. Het gebrek aan bewegingsruimte, de hobbelige weg en de onafgebroken stroom van beelden en geluid maken deze rit behoorlijk uitputtend. De karaokeclips gaan steevast
over romantische liefdespaartjes met zeemzoete gezichtsexpressies met van-melancholie-overlopende oogjes, die in het
oneindige staren of verdrinken in de ogen van hun zielsgenoot. Van
muziek kennen ze hier echt helemaal niets. Er zijn amper muzikanten te
vinden en welk instrument ze ook beoefenen, ze lijken er eerder mee te vechten dan erop te spelen.
De airconditioning is zoals die zijn intrede deed bij ons in de jaren 90: goed voor de chauffeur en de passagiers vooraan, maar nauwelijks een meerwaarde voor de mensen achterin. Mijn knieën steken uit tot boven mijn navel, mijn voeten zitten gevangen tussen de rijstzakken en de zetels voor mij. Het jongetje staart me nog steeds aan met open mond. En op de twee rijen voor mij zit een stel Cambodjanen met wreed kicks onafgebroken naar het tv-scherm te staren. Nonchalant en zonder enige vorm van schaamte gooien ze doorheen de hele reis hun afval door het venster in het mooie groene vlakke landschap van Cambodja. Langs de eindeloze overwegend onverharde wegen in Cambodja is het niets minder dan een langgerekt vuilnisbelt. De ramen langs de zijkant staan te laag om veel van het landschap te kunnen zien en voor en achter ons zijn er grote stofwolken die het zicht beperken. Af en toe smak ik met m'n hoofd tegen het plafond wanneer we over een zoveelste hobbel rijden. Ik wring mij in zeven bochten om mijn boek te bemachtigen en begin te lezen. Nog zes uur te gaan!
De airconditioning is zoals die zijn intrede deed bij ons in de jaren 90: goed voor de chauffeur en de passagiers vooraan, maar nauwelijks een meerwaarde voor de mensen achterin. Mijn knieën steken uit tot boven mijn navel, mijn voeten zitten gevangen tussen de rijstzakken en de zetels voor mij. Het jongetje staart me nog steeds aan met open mond. En op de twee rijen voor mij zit een stel Cambodjanen met wreed kicks onafgebroken naar het tv-scherm te staren. Nonchalant en zonder enige vorm van schaamte gooien ze doorheen de hele reis hun afval door het venster in het mooie groene vlakke landschap van Cambodja. Langs de eindeloze overwegend onverharde wegen in Cambodja is het niets minder dan een langgerekt vuilnisbelt. De ramen langs de zijkant staan te laag om veel van het landschap te kunnen zien en voor en achter ons zijn er grote stofwolken die het zicht beperken. Af en toe smak ik met m'n hoofd tegen het plafond wanneer we over een zoveelste hobbel rijden. Ik wring mij in zeven bochten om mijn boek te bemachtigen en begin te lezen. Nog zes uur te gaan!
U heeft het wellicht al zelf ervaren, maar reizen kan best vermoeiend zijn. Tenzij dit met een jetlag te maken heeft, is het op het eerste zicht niet zo duidelijk hoe dat komt. Uiteindelijk wordt je in het geval van busritten van de ene plaats naar de andere gebracht en hoef je niets te doen. Op een bus zit je heel de tijd stil, je hoeft geen fysieke inspanningen te leveren, je hoeft je op niets bijzonders te concentreren (tenzij je zelf de chauffeur bent) en als je wil kan je je ogen sluiten en een beetje rusten. En toch kan reizen behoorlijk vermoeiend zijn. Dat heeft veel te maken met de lengte van de rit, het comfort tijdens de rit, je mentale en fysieke toestand, omgevingsfactoren en in welke mate je gevoelig bent aan reisvermoeidheid. Als je een lange tijd reist en veel afstand aflegt, is het iets waar je best voor je eigen reisplezier (en dat van je reisgenoten) rekening mee houdt. Enkele tips:
Hydrateer: drink voldoende water en vermijd (te veel) alcohol en koffie omdat deze dehydraterend werken. Vergeet ook je kleding niet aan te passen aan het klimaat.
Eet gezond: voldoende eten is belangrijk om je energiepijl op hoogte te houden. Anderzijds zal te veel of te vetrijk eten een omgekeerde werking hebben.
Entertain jezelf: niets is vermoeiender dan verveling. Meestal kan ik mezelf enkele uren vermaken met het kijken naar de landschappen en het observeren van de lokale bevolking langs de weg. Maar ook daar zijn grenzen aan of soms is er gewoon niet zoveel om naar te kijken. Een goed boek is dan mijn beste vriend!
Geluid: hoe meer prikkels je hersenen stimuleren, des te vermoeiender de reis zal zijn. Wat voor mij in Cambodja van goudwaarde was, waren mijn wassen oordopjes. Het was soms de enige ontsnapping aan schreiende kinderen, als bezetene bellende Cambodjanen, het gebrul van de motor of het gekraak van de verroeste carrosserie en vooral de foltering van de Cambodjaanse karaokemuziek. Muziek luisteren is ook een uitstekende remedie tegen de veelheid aan geluidprikkels die er vaak zijn tijdens busritten in zuidoost Azië. Ook dit is persoonlijk, maar voor mij weegt lawaai of onrust het meeste door.
Comfort: comfortabele kleding, een dekentje of een kussen kunnen het verschil maken tussen geen of enkele uren slaap. Ook als je wil slapen kunnen deze attributen samen met een oogmasker en oordopjes een wereld van verschil maken.
Vervoermiddel: afhankelijk van welke afstand je wil overbruggen, de tijdsdruk en je budget kunnen er verschillende vervoersmiddelen mogelijk zijn. Meer comfort is vaak duurder (vliegtuig of trein) of neemt meer tijd in beslag (grote bus versus minibus en slow-boat versus fast-boat). In Cambodja is bijna alles met de bus te doen. Voor lange reizen of met betrekking tot comfort raad ik absoluut de grote bussen aan. Daarbij zijn ze doorgaans ook goedkoper. Langs de andere kant is het reizen per minibus een ervaring die ik voor geen geld van de wereld zou willen gemist hebben (maar opnieuw: dit is persoonlijk) en bovendien is het nog steeds sneller dan de grote bussen. Na enkele minibusritten opteerde ik steevast voor de grote bussen. Maar wanneer je moe bent en al duizenden kilometers hebt afgelegd in de voorbije dagen is het extra comfort nog steeds relatief. Dan is het misschien gewoon tijd om enkele dagen op dezelfde plaats te blijven. Dat is de context waarin ik het fragment hieronder schreef.
Busrit van Kampong Chhnang naar Battambang
Grote bussen zijn wel degelijk (en desondanks het enigszins pessimistische fragmentje hieronder) de betere optie in Cambodja voornamelijk voor langere ritten. Niet alleen zijn
deze goedkoper, maar je hebt ook je eigen zitje en beenruimte wat zelden het geval is in minibussen. De grote bussen zijn ook (voornamelijk vooraan) minder gevoelig aan de hobbelige aard van de wegen en bieden iets meer rust (al is dit mede afhankelijk van de passagiers). Als het even meezit, werkt de airco zelfs! Aziaten zijn er natuurlijk in overvloed. Tijdens mijn drie laatste busritten was ik telkens de enige buitenlander op de bus. Ik was al een hele tijd alleen aan het reizen en had al een week geen twee nachten na elkaar op dezelfde plaats geslapen. Ik was uitgeput en een beetje eenzaam en dan durf ik mezelf al eens te vermaken met ludiek pessimisme:
Ik ben onderweg van Kampong Chhnang naar Battambang. Ik heb al in dagen geen westerling meer gezien en hoewel dat exact is waar ik naar op zoek ben, heb ik even genoeg van Aziaten. Dit fragment is het subjectieve resultaat van een bokkige versie van mezelf met een ochtendhumeur. De waarheid is dat ik me geen seconde verveeld heb tijdens deze rit.
Ik zit op de bus naast een dik stinkend zwijn met vuile handen, verkrampte vingers en dikke knokkels. Aan enkele vingers heeft deze pafferige Aziaat lange bruine nagels, waarmee hij nu en dan in zijn oren zit te wroeten. Zijn benen houdt hij wijd gespreid, terwijl zijn linker hand op m'n schoot ligt alsof ik lucht ben. Dit zorgt ervoor dat ik slechts gebruik kan maken van de helft van m'n zitje. "Toch geen heel zitje voor
mij dan vandaag", denk ik bij mezelf. Dat was namelijk één van de hoofdredenen voor het opteren voor de grote bus. Zijn ademhaling is zwaar, onregelmatig en klinkt oppervlakkig. Af en toe blijft zijn ademhaling steken, gevolgd door hoestbuien en gerochel. Wanneer ik door men foto's op m'n kodak klik, kijkt hij ostentatief en puffend en kreunend mee. Op privacy moet je niet rekenen hier. Ik probeer ongemerkt m'n zuurstof uit een ander luchtruim te stelen, want zijn lijfgeur is walgelijk en doordringend. Ik besef dat ik me aanstel en overdrijf, maar ontbreek de moed om me ertegen te verzetten. Enkele rijen voor mij snuit een vrouw haar neus in haar kitscherig overhemd. Anderen doen dit blijkbaar in de gordijnen, want vooraan in de bus hangt - godzijdank - een blad uit met het gebod: "no eating, smoking and wiping the curtain'.
Bij één van de foto's zeg ik ter verduidelijking "crocodile". Hij grinnikt bij mijn overbodige constatering. Alsof ze krokodillen hier niet kennen, denk ik me bewust zijnde van de banaliteit van m'n opmerking. Wanneer alle zetels bezet zijn, worden de plastieken krukjes bovengehaald en over het gangpad verspreid. Wat een optimalisatie (om maar niets over de veiligheid te zeggen)! Achter mij zit ondertussen twee man op een krukje in het middenpad, voor mij nog eens zeven man en aan de deur staan er nog twee Cambodjanen fanatiek te bellen. De vrouw op het zitje achter mij maalt het voedsel door haar smikkel alsof haar leven ervan afhangt. Een vijftiger heeft zijn radio kei luid opstaan, de rest van de passagiers is naar het tv-scherm aan het staren en de chauffeur ramt bijna onophoudelijk op z'n krachtige claxon. Het resultaat is een tsunami van geluidprikkels. Voor Aziaten is alles beter dan stilte. Ongelofelijk hoe Aziaten totaal ongevoelig zijn aan scherpe en krakende klanken, kabaal en onrust. Sommige mensen slapen, andere zijn aan het eten, aan het kwebbelen met elkaar of aan het tieren door hun mobieltje. Maar niemand lijkt te verlangen naar rust zoals ik. Niemand lijkt gek te worden van deze waanzinnige drukte
Bij één van de foto's zeg ik ter verduidelijking "crocodile". Hij grinnikt bij mijn overbodige constatering. Alsof ze krokodillen hier niet kennen, denk ik me bewust zijnde van de banaliteit van m'n opmerking. Wanneer alle zetels bezet zijn, worden de plastieken krukjes bovengehaald en over het gangpad verspreid. Wat een optimalisatie (om maar niets over de veiligheid te zeggen)! Achter mij zit ondertussen twee man op een krukje in het middenpad, voor mij nog eens zeven man en aan de deur staan er nog twee Cambodjanen fanatiek te bellen. De vrouw op het zitje achter mij maalt het voedsel door haar smikkel alsof haar leven ervan afhangt. Een vijftiger heeft zijn radio kei luid opstaan, de rest van de passagiers is naar het tv-scherm aan het staren en de chauffeur ramt bijna onophoudelijk op z'n krachtige claxon. Het resultaat is een tsunami van geluidprikkels. Voor Aziaten is alles beter dan stilte. Ongelofelijk hoe Aziaten totaal ongevoelig zijn aan scherpe en krakende klanken, kabaal en onrust. Sommige mensen slapen, andere zijn aan het eten, aan het kwebbelen met elkaar of aan het tieren door hun mobieltje. Maar niemand lijkt te verlangen naar rust zoals ik. Niemand lijkt gek te worden van deze waanzinnige drukte
Objectief bekeken is deze bus een pak comfortabeler dan de minibus die ik nam van Kratie naar Ban Lung. Ik heb min of meer m'n eigen zitje en de airco werkt een stuk beter dan in de kleine bus. Maar ik ben gevoeliger dan anders en heb het niet zo getroffen met m'n puffende, bellende en bikkende buren. Ook hier is het een heus vreetfestijn en het is onvoorstelbaar hoe ze zonder enige schaamte al
hun afval, schillen, puilen en etensresten op de grond smijten. Mijn schuine overbuur rochelt tijdens zijn feestmaal om de zoveel tijd in een zakje en spuwt pitten en peulen achteloos op de grond. Wanneer hij iets later afgezet wordt aan z'n bestemming, laat hij een royale erfenis van vuil na. Tussen het afval op de grond kan je de afdruk van zijn voeten nog zien. Een afdruk van leegte in een zee van gebruikte zakdoekjes en afvalresten. Ik zal hem alvast niet missen. Hebben ze
dan geen schaamtegevoel voor zo'n dingen? Beseffen ze niet dat iemand dit zal moeten opruimen en dat er nog mensen na hen op diezelfde plaats zullen zitten? Hebben ze echt geen enkel besef van de impact van plastiek op natuur en mens? Vinden ze
het gezellig in hun eigen afval en stank te zitten, te eten en te slapen? Wordt hun eetlust dan nooit verstoord door dergelijke zaken?
Ondertussen moesten we allemaal van de bus. In het midden van niets staan we als een bende verloren nomaden langs de kant van de weg met zakken en koffers. Iedereen, uitgezonderd ikzelf dan, leek op de hoogte van wat er aan de hand was. Komt er een nieuwe bus? Zijn we nog ver van de eindbestemming? Hoelang moeten we wachten? Na wat gesleutel en het bijvullen van de tank met brandstof uit waterflessen mochten we uiteindelijk weer instappen. Een derde van de
passagiers lijkt echter verdwenen. De radio achter mij staat weer aan,
maar men buurman is weg. Uiteindelijk vind ik dit alles zalig. Dit is
cultuur, onaangepast aan de toerist. Dit is hoe het er hier aan toegaat
en wat alledaags is. Hier wordt je uit je comfortzone gehaald en wordt je flexibiliteit op de proef gesteld. Zij zijn niet dwaas of onbeleefd omdat mijn westerse ideeën van privacy, rust en hygiëne hier niet gelden. Ik ben de uitzondering. Ik ben een toerist, een voyeur, een waarnemer van cultuur. Het zijn dergelijke ervaringen die me doen twijfelen aan zaken waar ik me eerder niet eens van bewust was. Grenzen vervagen en niets is absoluut. Wat voor mij zo vanzelfsprekend, onaantastbaar en fundamenteel lijkt, is hier gewoon niet aan de orde of toch niet belangrijk genoeg om als gevestigde waarden te heersen. Als mens wordt je innerlijke rust eigenlijk niet verstoord, je beslist helemaal zelf of je deze laat verstoren door hoe je tegenover bepaalde zaken staat of hoe je ze interpreteert. Zo'n confrontatie, en dat kan iets heel simpels zijn, toont je naast een staaltje cultuur vooral ook waar je eigen grenzen van verdraagzaamheid en interpretatie liggen. Het is verleidelijk om voor je eigen comfort, je eigen gevoel van welbehagen, dingen vanuit je eigen referentiekader te beschouwen. Om neer te kijken op wat je ongemakkelijk doet voelen... Maar het is een interessante oefening om dat zo begeerde referentiekader even in vraag te stellen in een wereld waar hele fragmenten van dat vertrouwde referentiekader eigenlijk niet bestaan en enkel door toerisme leven en gedragen worden.
Referenties
http://www.ethesis.net/Cambodia
http://www.worldwidebase.com/science/cambodja.shtml
Referenties
http://www.ethesis.net/Cambodia
http://www.worldwidebase.com/science/cambodja.shtml
Geen opmerkingen:
Een reactie posten